Is onze kleine opslag gevaarlijke stoffen ook werkvoorraad?

Met een vraagstelling wordt niet altijd duidelijk wat bedoeld wordt. Wanneer de ondergrens van de PGS15 bereikt wordt en de PGS15 van toepassing is dan dient opslag plaats te vinden in een PGS15 opslagvoorziening. De uitzondering daarop is de werkvoorraad. Hoewel er in een magazijn ook gewerkt wordt vormt dit geen wekvoorraad. Onder een werkvoorraad verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen wordt volgens de PGS15 verstaan: de voorraad verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen die ten behoeve van de bedrijfsvoering/productie in een productieruimte/werkruimte of per procesinstallatie of afvulinstallatie is opgesteld.

Hierbij gelden een aantal voorwaarden: − de werkvoorraad moet strikt noodzakelijk zijn; − per gevaarlijke stof mag (voor iedere werkvoorraad) ten hoogste één aangebroken verpakkingseenheid aanwezig zijn, plus één reserve. Indien een dagvoorraad uit meer dan één verpakkingseenheid bestaat, dan mag er een dagvoorraad staan plus één reserve verpakkingseenheid; − de werkvoorraad mag zich niet bevinden in een rijroute van vorkheftrucks of andere transportmiddelen; − de werkvoorraad mag het vluchten niet belemmeren; − gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen die als werkvoorraad in een productie- of werkruimte of nabij een procesinstallatie aanwezig zijn, moeten worden bewaard in deugdelijke verpakking die bestand is tegen de desbetreffende gevaarlijke stof; − indien de werkvoorraad bestaat uit een hoeveelheid van meer dan 50 l brandbare vloeistoffen van ADR-klasse 3, dan moet de verpakking zijn geplaatst boven een lekbak of een gelijkwaardige voorziening

De werkvoorraad zoals opgenomen in de PGS15 moet zodanig zijn dat de productie normaal doorgang kan vinden. Het is echter niet de bedoeling dat meerdere niet-geopende eenheden onnodig dagenlang of zelfs wekenlang in een werkruimte of buiten de PGS15 verblijven. Dan is er sprake van ‘verkapte opslag’. Deze eenheden behoren dan te worden bewaard in een opslagruimte. Waar exact de grens ligt, is moeilijk aan te geven. Het is aan het bedrijf om aannemelijk te maken dat de verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen binnen een redelijke tijd daadwerkelijk zullen worden gebruikt in het productieproces. De werkvoorraad hoeft niet aan het eind van elke dag te worden overgebracht naar een opslagruimte (en vice versa aan het begin van een werkdag): de risico’s van transport zijn groter dan van de stationaire werkvoorraad. Bij batchgewijze productie en bij volcontinu-bedrijven behoort per situatie te worden beoordeeld wat vereist is voor een goede procesvoering

Ook een vraag over de PGS15. Onze PGS15 adviseur(s) is u graag van dienst: PGS15 advies

Of bent u op zoek naar een PGS15 op en inschrijving of PGS15 E-learning?

De noodzaak van een werkvergunning systeem in de PGS15 opslag

Veel incidenten in de PGS15 opslag doen zich voor tijdens of als gevolg van onderhoudswerkzaamheden en reparaties. De arbowet vereist dat arbeidsmiddelen in een veilige staat worden gehouden. Alleen personeel dat voldoende gekwalificeerd en geautoriseerd is en de gevaren volledig begrijpt, mag inspecties en onderhoud uitvoeren. Als u externe aannemers gebruikt om dit werk uit te voeren, moet u ervoor zorgen dat ze bekwaam zijn om het vereiste werk uit te voeren. Ook in de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen (PGS15) is een werkvergunningssysteem vereist.

In de meeste gevallen moet een werkvergunningssysteem worden gebruikt om die onderhoudswerkzaamheden te controleren die een ontstekingsbron vormen of schade aan de verpakkingen kunnen veroorzaken. Werkvergunningen zijn formele managementdocumenten. Alleen degenen met duidelijk toegewezen bevoegdheden mogen ze afgeven. In de werkvergunning staat aan welke eisen moet worden voldaan voordat de vergunning wordt verleend en voordat de werkzaamheden die onder de werkvergunning vallen worden uitgevoerd. Individuele werkvergunningen moeten betrekking hebben op duidelijk omschreven individuele werkstukken. Werkvergunningen moeten normaal gesproken het volgende bevatten:

  • Het is essentieel dat er geen onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd totdat de mogelijke gevaren van het werk zijn duidelijk geïdentificeerd en beoordeeld;
  • de benodigde voorzorgsmaatregelen zijn gedetailleerd gespecificeerd;
  • identificatie van de gevaren, inclusief de restgevaren en de gevaren die door het werk zelf zijn ontstaan;
  • de nodige veiligheidsuitrusting is voorzien; en
  • aan alle betrokkenen adequate en duidelijke instructie is gegeven

Op zoek naar deskundig PGS15 advies? Neem contact met ons op.

Risico’s benaderen in PGS 15 & PGS 37 Nieuwe Stijl

Wat kan ik verwachten van de nieuwe richtlijn voor de opslag van li-ion batterijen? En van de PGS 15 Nieuwe Stijl? Hoe vul ik het onderwerp ‘Incidentbestrijding’ in bij mijn bedrijf? Dit waren zomaar wat vragen die centraal stonden bij de ‘Chemie on Tour’ van 28 september jl. De Tour vond deze keer plaats bij logistiek dienstverlener Vos Logistics in Roosendaal.

Na een lange radiostilte wegens COVID-19, kon branchevereniging VNCW op 28 september 2021 eindelijk weer een Chemie on Tour organiseren. Het concept van de Tour is inmiddels bekend: middels een tournee langs diverse bedrijven in de chemische logistiek wordt voldaan in de behoefte van logistieke ketenpartners om ervaringen met gevaarlijke stoffen met elkaar te delen. Iedere Tour staan ‘best practices’ over het veilig werken met gevaarlijke stoffen centraal, waarbij valkuilen en mogelijke oplossingen aan bod komen. Na lezingen van experts uit het veld wordt iedere Tour afgesloten met een rondleiding bij de host van het evenement.

PGS 37 lithium-ion accu’s

Het op de correcte en meest veilige manier opslaan van lithium-ion (li-ion) batterijen speelt een steeds grotere rol in de chemische logistiek. Om te weten hoe je dit het beste kunt doen maakt de PGS 37 commissie een veiligheidsrichtlijn voor het professioneel opslaan van dit soort batterijen en voor energieopslagsystemen met deze batterijen. Elske van de Fliert, voorzitter van deze commissie, is één van de sprekers tijdens de Chemie on Tour.

Verder lezen, neem dan een abonnement op chemische logistiek Magazine. Of ben je op zoek naar PGS15 advies?

Uw PGS15 adviseur legt uit: WBDBO en vuurbelasting

Binnen de PGS15; de richtlijn voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen worden verschillende termen zoals WBDBO en vuurbelasting aangehaald die wij hier graag nader duiden.

Onder de vuurbelasting verstaan we de hoeveelheid warmte per eenheid vloeroppervlakte die vrij komt bij volledige verbranding van alle in de ruimte of in het gebouw aanwezige brandbare materialen, inclusief materialen in de constructieonderdelen die zich binnen die ruimte of dat gebouw bevinden, dan wel deze begrenzen.  Als eenheid voor de vuurbelasting geldt (mega)joule per vierkante meter nettovloeroppervlakte. De vuurbelasting is deels bepalend voor de duur van een brand in een ruimte of in een gebouw. Om een indicatie te krijgen van de duur van een brand kan worden gewerkt met de maatstaf ‘Kilogram vuren per m2’.

De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO), een belangrijk begrip in de PGS15, is de kortste tijd die een brand nodig heeft om zich uit te breiden van de ene ruimte naar de andere ruimte onder standaardomstandigheden. Brandoverslag is een uitbreiding van brand van een ruimte naar een andere ruimte uitsluitend via de buitenlucht. Branddoorslag is de uitbreiding van brand van een ruimte naar een andere ruimte anders dan via de buitenlucht. Brandoverslag en branddoorslag worden beide uitgedrukt in minuten. Dit is echter voor bandoverslag niet een echte tijdsduur. Bij brandwerendheid ligt er wel een directe koppeling in tijdsduur (testen).

Bent u op zoek naar PGS15 advies van een adviseur? Raadpleeg ons.

Een Amerikaanse brandveiligheidskast is nog geen Europese conform de 14470

Van tijd tot tijd duikt er een Amerikaanse brandveiligheidskast op marktplaats op. Iedereen die dan denkt goedkoop uit te zijn kan echter bedrogen uitkomen. Als PGS15 adviseur informeren wij u hier graag over.

In het kort kunnen we zeggen dat dat een Amerikaanse brandveiligheidskast niet voldoet aan de PGS 15. De PGS15 stelt een aantal eisen aan de brandveiligheidskast, waardoor een Amerikaanse kast in basis nooit zal voldoen. Voor de brandveiligheidsopslagkasten is de norm NEN-EN-14470-1 van toepassing met een minimale prestatie van 30 minuten.

De Amerikaanse kast is getest volgens de NFPA 30 en om een idee te geven van de brandwerendheid:

Storage cabinets designed and constructed to limit the internal temperature at the center of the cabinet and 1 in. (25 mm) from the top of the cabinet to not more than 325°F (163°C), when subjected to a 10-minute fire test that simulates the fire exposure of the standard time–temperature curve specified in ASTM E 119, Standard Test Methods for Fire Tests of Building Construction and Materials, shall be acceptable.

Dit komt dus overeen met een prestatie van 10 minuten. Dat is dus niet voldoende.

In geval van een brand dient de kast bovendien volledig zelfsluitend te zijn vanuit elke positie. Ook hieraan zullen de meeste kasten niet voldoen.

Ook de vereiste handleiding ontbreekt vaak. De producent/leverancier dient bij de veiligheidsopslagkast mee te leveren een handleiding met informatie, welke
minimaal het volgende moet bevatten:

a) de maximale beladingcapaciteit van ieder afzonderlijk legbord (zie 5.5) en van de volledige kast;
b) het maximale volume, in liters, van de grootste emballage dat mag worden opgeslagen in de kast (zie 5.6):
c) de capaciteit aan opvang lekvloeistoffen, in liters;
d) een waarschuwingsverklaring dat extreme voorzorgsmaatregelen in acht moeten worden genomen bij het openen van de kast na een brand;
e) een lijst met onderdelen, welke op een routinebasis moeten worden gecontroleerd en/of vervangen;
f) instructies aan de gebruiker om op de kast aan te geven indien de kast functioneert zonder aangesloten te zijn op een extern ventilatiesysteem;
g) instructies aan de gebruiker om te controleren dat de aansluiting van het ventilatiesysteem, indien aangesloten, correct is gedaan, bijvoorbeeld door gebruik van rookbuisjes;
h) kennisgeving aan de gebruiker dat, indien geforceerde ventilatie niet is aangesloten, de onmiddellijke omgeving rond de kast moet worden gezien als een gevaarlijke zone;
i) instructies aan de gebruiker om de opvangbak niet te benutte voor opslag;
j) aanbeveling aan de gebruiker voor het regelmatig uitvoeren van inspecties en onderhoud en de aanbevelingen voor onderhoudsintervallen:
k) de leveranciersverklaring van conformiteit of het certifica(a)t(en) van conformiteit van het testinstituut.

Als PGS15 adviseur kunnen wij u van het nodige PGS15 advies voorzien.

INPANDIGE OPSLAGVOORZIENINGEN volgens de PGS15

In de richtlijn voor verpakte gevaarlijke stoffen; de PGS15, wordt onderscheid gemaakt tussen inpandige en uitpandige opslagvoorzieningen. Onder inpandige opslagvoorzieningen worden alle voorzieningen verstaan die in een (ander) bouwwerk zijn gelegen. Ook kant-en-klare opslagsystemen kunnen inpandig worden gebruikt.

Volgens 3.2.4. van de PGS15 mag In een inpandige opslagvoorziening ten hoogste: 2 500 kg verpakte gevaarlijke stoffen en/of CMR-stoffen aanwezig zijn, of  10 000 kg onbrandbare of niet brandonderhoudende verpakte gevaarlijke stoffen van uitsluitend ADR-klasse 8, verpakkingsgroep II of III zonder bijkomend gevaar, of ADR-klasse 9 of een combinatie van ADR-klasse 8 verpakkingsgroep II of III zonder bijkomend gevaar en ADR-klasse 9.

In de PGS15:2011 is tegenstelling tot de 2016 versie een vorm van gemotiveerd afwijken van de 2.500 kg opgenomen. ‘Door gemotiveerd afwijken kan een grotere hoeveelheid worden toegestaan (tot maximaal 10 000 kg) indien zonodig extra maatregelen of voorzieningen zijn aangebracht ter beperking van de risico’s. De aanvullend te treffen maatregelen of voorzieningen zijn afhankelijk van de hoeveelheden opgeslagen stoffen, de brandbaarheid, giftigheid enz. Hiervoor kan aansluiting worden gezocht bij de methodiek en grenswaarden in de tabellen 4.1 en 4.2. Een gecertificeerde brandmeldinstallatie      overeenkomstig NEN 2535 met doormelding naar een 24-uurs bezette post voldoet hier in ieder geval aan.’  Dit laatste is verwijderd uit de PGS15:2016 vanwege het feit dat de PGS15 commissie de vormen van gemotiveerd afwijken uit de PGS15 wilde halen. Dat betekent niet dat deze vorm van afwijken niet meer van toepassing is, maar dat bevoegd gezag per situatie kan bepalen of de inpandige opslag specifieke risico’s met zich mee brengt.

Inpandige opslag voor verpakte gevaarlijke stoffen brengen bepaalde risico’s met zich mee. De bereikbaarheid om iemand veilig te stellen of een beginnende brand te blussen zijn bij een inpandige opslag beperkt. In dat kader moeten we bij een PGS15 opslag kijken naar de kans op verspreiding van een brand van binnenuit de opslag naar buiten en een brand van buiten de opslag naar binnen. Het uitgangspunt van een inpandige opslagvoorziening is net zoals die van een uitpandige opslagvoorziening een WBDBO van 60 minuten. Een binnen aanval van de brandweer is hierbij geen uitgangspunt. Dat zal zich in de meeste gevallen bij een inpandige opslagvoorziening vertalen in een brandwerendheid van 60 minuten of meer. Wanneer aan de hand van certificaten aangetoond kan worden dat de brandwerendheid van een inpandige opslagvoorziening 60 minuten is, dan zal de brand binnen in de opslag gedurende 60 minuten binnen blijven, maar is het vaak ook aannemelijk dat deze door zuurstofbeperking snel uit zal gaan. Een gecertificeerde BMI zal er voor zorgen dat een beginnende brand gedetecteerd wordt, waardoor evacuatie op locatie zal plaats vinden. Een brand buiten de opslag zal door de brandwerendheid van 60 minuten gedurende 60 minuten buiten de opslag blijven. Wanneer een inpandige opslag bovendien gelegen is in een gebied welke voorzien is van een blusinstallatie wordt een extra zekerheid ingebouwd en wordt het risico van brand naar de inpandige opslag in ieder geval beheerst. Voor het gemotiveerd afwijken is dat echter niet nodig.

 

Facebook
Facebook
Twitter
Visit Us